Gepubliceerd op 31-10-2017

verzadigd

betekenis & definitie

verzadigd - Werkwoord
1. voltooid deelwoord van verzadigen

verzadigd - Bijvoeglijk naamwoord
1. genoeg hebbend (van), doordat men er voldoende of te veel van heeft (b.v. gegeten)
2. alles opgenomen hebbend wat mogelijk is (b.v. water in een spons)
3. (scheikunde) met een enkelvoudige C-C binding tussen twee C-atomen in een molecule
4. (natuurkunde) zoveel opgeloste stof bevattend als onder de omstandigheden (temperatuur) mogelijk is in een vloeistof of gas
5. (natuurkunde) (van kleuren): geen wit gemengd hebbend bij een spectraalkleur

Woordherkomst
voltooid deelwoord van verzadigen

Synoniemen
[1] vol, zat

Antoniemen
onverzadigd