Gepubliceerd op 31-10-2017

verafgood

betekenis & definitie

verafgood - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verafgoden
♢ Ik verafgood
2. gebiedende wijs van verafgoden
verafgood!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verafgoden
verafgood je?

verafgood - Deelwoord
1. voltooid deelwoord van verafgoden
1. vormt de lijdende vorm
Maradona wordt nog steeds verafgood in Napels.
De zon en maan werden verafgood in het oude Mexico.
2. attributief gebruikt
De evenzeer verafgode als verguisde regisseur heeft een nieuwe film gemaakt.