transitief - Bijvoeglijk naamwoord
1. (taalkunde) overgankelijk
2. overdraagbaar
♢ In de wiskunde is een binaire relatie R over een verzameling X transitief, als steeds wanneer een element a gerelateerd is aan een element b en element b op zijn beurt weer gerelateerd is aan een element c, dat dan ook element a gerelateerd is aan element c
transitief - Zelfstandignaamwoord
Woordherkomst
afgeleid van transitie met het achtervoegsel -ief
Antoniemen
intransitief
Verwante begrippen
[1] actief, passief, [2] reflexief, reciprook, symmetrisch
Gepubliceerd op 01-11-2017
transitief
betekenis & definitie