Touro - Zelfstandignaamwoord
1. (Jiddisch-Hebreeuws) de vijf boeken van Mozes, de eerste vijf boeken van de Bijbel; de Wet (chr. benaming)
2. (Jiddisch-Hebreeuws) de overgeleverde leer als geheel, de joodse godsdienstige literatuur als geheel
Woordherkomst
Herkomst: Asjkenazisch Hebreeuws, letterlijk: 'onderwijzing, leer'
Verwante begrippen
Hebreeuws: tora, Jiddisj: Toire, Toure
Zie ook
touro
Gepubliceerd op 17-10-2017
Touro
betekenis & definitie