Gepubliceerd op 01-11-2017

toonschaal

betekenis & definitie

toonschaal - Zelfstandignaamwoord
1. (muziek) een volgens bepaald schema stijgende of dalende opeenvolging van tonen binnen een octaaf
Op een piano is het zonder haperen spelen van de toonschaal in B grote terts vrij snel te leren.

Woordherkomst
samenstelling van toon en schaal

Synoniemen
toonaard, toonladder, toongeslacht, toonsoort
gamma, scala

Verwante begrippen
akkoord, begintoon, dominant, finalis, grondtoon, interval, leidtoon, majeur, mineur, onderdominant, stamtoon, tonica