Gepubliceerd op 01-11-2017

toko

betekenis & definitie

toko - Zelfstandignaamwoord
1. winkel
Zij is een toko in kinderkleertjes begonnen.
2. (schertsend) (figuurlijk) bedrijf
Voor het restaurant zoeken we een ervaren chefkok die weet hoe je zo'n toko moet runnen.

Woordherkomst
uit het Indonesisch #Indonesisch|toko