Gepubliceerd op 04-12-2017

onoplettendheid

betekenis & definitie

onoplettendheid - Zelfstandignaamwoord
1. het niet opletten
Een momentje van onoplettendheid.

Woordherkomst
Afgeleid van oplettend met het voorvoegsel on- en met het achtervoegsel -heid.

Synoniemen
onachtzaamheid

Antoniemen
achtzaamheid, oplettendheid, alertheid