ondervoed - Bijvoeglijk naamwoord
1. te weinig eten krijgend
♢ De ondervoede kinderen kunnen makkelijker een ziekte krijgen en kunnen daardoor sneller overlijden.
♢ De ondervoed man was heel mager
ondervoed - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ondervoeden
♢ Ik ondervoed
2. gebiedende wijs van ondervoeden
♢ ondervoed!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ondervoeden
♢ ondervoed je
4. voltooid deelwoord van ondervoeden
Woordherkomst
voltooid deelwoord van ondervoeden
Synoniemen
uitgehongerd
Gepubliceerd op 04-12-2017
ondervoed
betekenis & definitie