Gepubliceerd op 04-12-2017

onbruik

betekenis & definitie

onbruik - Zelfstandignaamwoord
1. in ~ (geraken) het niet langer gebruiken van iets
Buiten enige Westfriese dialecten is de "f" van "fniesen" in de negentiende eeuw in onbruik geraakt.

Woordherkomst
afgeleid van bruik met het voorvoegsel on-

Antoniemen
gebruik, bruik