Gepubliceerd op 04-12-2017

lipleest

betekenis & definitie

lipleest - Werkwoord
1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van liplezen
♢ Jij lipleest
2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van liplezen
♢ Hij lipleest
3. verouderde gebiedende wijs meervoud van liplezen
lipleest!
Zijn begeleidster, de Duitse Erika Ott, zit met een roze bloem in het haar achter de vleugel en lipleest om Roozbehi te helpen met het volgende nummer, "Es treibt mich hin" van Schumann.