kriek - Zelfstandignaamwoord
1. (voeding) (fruit) (ten Noorden van de Moerdijk:) laatrijpe, bijna zwarte, zeer zoete kers met grote pit
2. (voeding) (fruit) Prunus cerasus zure kers of morel
3. (drinken) uit België afkomstig bier, gewoonlijk op basis van lambiek of geuze, waaraan het sap van zure kersen is toegevoegd
kriek - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van krieken
♢ Ik kriek
2. gebiedende wijs van krieken
♢ kriek!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van krieken
♢ kriek je?
Verwante begrippen
kersenboom, waal, zure kers
Gepubliceerd op 04-12-2017
kriek
betekenis & definitie