Gepubliceerd op 04-12-2017

inleefbaar

betekenis & definitie

inleefbaar - Bijvoeglijk naamwoord
1. invoelbaar, je te kunnen verplaatsen in de leefwereld en de gevoelens van een ander
Maar het meest verliefd is Jeroen toch wel op een 88-jarige baboesjka, en de gevoelens lijken wederzijds. In kort en simpel bestek wordt zo de aanstekelijke Slavische hartelijkheid en de schrijnende armoede inleefbaar uitgelegd.