Gepubliceerd op 14-11-2017

geknepen

betekenis & definitie

geknepen - Deelwoord
1. voltooid deelwoord van knijpen
1. vormt de voltooide tijden
Hij had zijn zusje geknepen.
2. vormt de lijdende vorm
Ze werd weer eens door haar broertje geknepen.
3. attributief gebruikt
Hij antwoordde met geknepen stem.
4. bijwoordelijk gebruikt
Dat is een bril die op de neus geknepen gedragen werd.

Woordherkomst
voltooid deelwoord van knijpen en een klinkerwisseling ij-ee (IPAː /ɛɪ/ - /e/)