geding - Zelfstandignaamwoord
1. een rechtbank bij verschillende Germaanse stammen en koninkrijken
2. een rechtspraak
Woordherkomst
Afkomstig van het Middelnederlandse gedinge (rechtsgeding)
Naamwoord van handeling van dingen met het voorvoegsel ge-
Verwante begrippen
dingen, afdingen, bedingen, (verouderd) ding, dingboek, dinghuis, dingvrede, dingdag, dingkamer, dingluiden, dingpand, dingplechtig, dingspel, dingstoel, dingwaarder, dingwaarderschap, dingwaardersgerecht, Folketing, Landsting, Althing, Storting, Lagting, Løgting, Fimmelthing, Bodthing
Gepubliceerd op 14-11-2017
geding
betekenis & definitie