eeneiig - Bijvoeglijk naamwoord
1. uit een enkele eicel voortgekomen
♢ Een jongen en een meisje kunnen nooit eeneiige tweelingen zijn.
2. eeneiige tweelingtwee kinderen die uit een enkele eicel zijn voortgekomen
♢ Jan en Piet zijn een eeneiige tweeling
3. eeneiige drieling drie kinderen die uit een enkele eicel zijn voortgekomen
♢ Tijdens de Olympische marathon in Ria deed een Estse eeneiige drieling mee.
4. eeneiige vierling
♢ Er is een docusoap gemaakt over de eeneiige Akse-vierling uit Hardenberg.
Woordherkomst
Samenstellende afleiding van een en ei met het achtervoegsel -ig
Gepubliceerd op 13-11-2017
eeneiig
betekenis & definitie