Gepubliceerd op 13-11-2017

doorlazen

betekenis & definitie

doorlazen - Werkwoord
1. meervoud verleden tijd van doorlezen
♢Wij doorlazen
♢Jullie doorlazen
♢Zij doorlazen

doorlazen - Werkwoord
1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van doorlezen
♢... dat wij doorlazen
♢... dat jullie doorlazen
♢... dat zij doorlazen

Verwante begrippen
lazen door