Gepubliceerd op 13-11-2017

dippen

betekenis & definitie

dippen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord dip

dippen - Werkwoord
1. (ov) iets even in een vloeistof dopen
Een chip in de dipsaus dippen.
2. (inerg) (psychologie) tijdelijk in een negatieve stemming verkeren
Nu de verkering uit is zal zij wel dippen.
3. ergatief (wiskunde), (elektronica) een kortdurende verlaging van een (meet-) waarde
Bij het geleidelijk opvoeren van de frequentie zal de stroommeter bij de resonantiefrequentie even dippen.
4. (inerg) (sport) bepaalde krachtoefening voor de bovenarmen

Antoniemen
[2] pieken

Verwante begrippen
dips, [1] nippen, [2] inzakken, [3] duiken, [4] opdrukken