dippen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord dip
dippen - Werkwoord
1. (ov) iets even in een vloeistof dopen
♢ Een chip in de dipsaus dippen.
2. (inerg) (psychologie) tijdelijk in een negatieve stemming verkeren
♢ Nu de verkering uit is zal zij wel dippen.
3. ergatief (wiskunde), (elektronica) een kortdurende verlaging van een (meet-) waarde
♢ Bij het geleidelijk opvoeren van de frequentie zal de stroommeter bij de resonantiefrequentie even dippen.
4. (inerg) (sport) bepaalde krachtoefening voor de bovenarmen
Antoniemen
[2] pieken
Verwante begrippen
dips, [1] nippen, [2] inzakken, [3] duiken, [4] opdrukken
Gepubliceerd op 13-11-2017
dippen
betekenis & definitie