Gepubliceerd op 13-11-2017

chaos

betekenis & definitie

chaos - Zelfstandignaamwoord
1. grote wanorde, ongeordendheid, verwarring
De stroomstoring zorgde voor chaos.
2. (wiskunde) praktisch onvoorspelbaarheid van uitkomsten die in sommige ingewikkelde stelsels van vaste rekenregels ontstaat door minieme verschillen in beginwaarden
Chaos is het effect van exponentieel toenemende onzekerheid.

Woordherkomst
van het Oudgrieks χάος

Antoniemen
orde

Verwante begrippen
fractal, chaotisch
Zie ook
Chaos, kaos