Gepubliceerd op 10-11-2017

biefstuk

betekenis & definitie

biefstuk - Zelfstandignaamwoord
1. (voeding) een lap rundvlees, kalfsvlees of paardenvlees van de bovenbil
Biefstuk moet je niet te lang bakken anders word hij taai.
Biefstuk van een paard is extra mals en bevat meer ijzer.

Woordherkomst
Gevormd vanuit het Engelse beef en steak

Verwante begrippen
steak