Gepubliceerd op 10-11-2017

bezatten

betekenis & definitie

bezatten - Werkwoord
1. (refl) zich tot dronkenschap bedrinken
De hele bende bezatte zich die nacht en er volgde een wild feest.

bezatten - Werkwoord
1. meervoud verleden tijd van bezatten
♢Wij bezatten
♢Jullie bezatten
♢Zij bezatten

Woordherkomst
Afgeleid van zat met het voorvoegsel be- met het achtervoegsel -en