afnemend - Werkwoord
1. onvoltooid deelwoord vanafnemen
afnemend - Bijvoeglijk naamwoord
1. kleiner worden van de verlichting van de maan in de periode van volle tot nieuwe maan in
♢ Morgen is het 's-nachts donkerder dan vandaag want er is een afnemende maan.
2. achteruitgaand
♢ Er is een afnemende welvaart in ons land.
Synoniemen
[2] vervallend, degressief, slinkend
Gepubliceerd op 31-10-2017
afnemend
betekenis & definitie