Gepubliceerd op 31-10-2017

aapjeskoetsier

betekenis & definitie

aapjeskoetsier - Zelfstandignaamwoord
1. (verkeer) koetsier van huurkoetsen, gekleed in uniform. De benaming ontstond vermoedelijk in Amsterdam toen daar in 1880 een paardentaxibedrijf, de Amsterdamsche Rijtuig Maatschappij, werd opgericht.

Woordherkomst
samenstelling van aapje en koetsier met het invoegsel -s-