aanspraken - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord aanspraak
aanspraken - Werkwoord
1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanspreken
♢... dat wij aanspraken
♢... dat jullie aanspraken
♢... dat zij aanspraken
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: