aansluitbaar - Bijvoeglijk naamwoord
1. (van twee of meer apparaten of systemen) met elkaar in een functionele verbinding te brengen
♢ Deze cd-romspeler is aansluitbaar op de meeste computers.
♢ Nintendo's 'famicon' (verbastering van family computer), een op de TV aansluitbaar stuk 'game hardware', was in 1983 een van de eerste spelmachines waarop verschillende spellen konden worden gespeeld, afhankelijk van de software.
Gepubliceerd op 31-10-2017
aansluitbaar
betekenis & definitie