Iets, wat hevige pijn veroorzaakt of groot onheil brengt, zonder dat men het kan ontgaan, noemt men wel eens een Nessuskleed. Het woord is aan de Griekse mythologie ontleend.
Nessus was een centaur (half mens en half paard), die eens Hercules en zijn verloofde Dejanira over een rivier moest zetten. Nessus echter wenste de schone bruid voor zich, doch hij werd door een pijl van Hercules getroffen. (Deze pijl was gedoopt in het vergiftige bloed van de Hydra). Nessus zinkt stervend neer, maar fluistert Dejanira nog in 't oor: „Vang mijn bloed in een zak op en neem het mede. Als Hercules u eens ontrouw mocht worden, zal het hem weer tot u terugbrengen." De schoone jonkvrouw neemt het vergiftige bloed mede. Niet lang daarna ontsteekt de ontrouwe Hercules in liefde voor de schoone lola.
Hercules zendt zijn eerstgenoemde geliefde een bode, om hem een fraai gewaad te bezorgen, dat hij bij een offerplechtigheid moet dragen. Dejanira, die de ontrouw vernomen heeft en hevig verbolgen is, geeft nu het staatsiekleed mede, dat zij van binnen met Nessus' bloedheet gedrenkt. Nauwelijks heeft Hercules het aangetrokken, of zijn gehele lichaam begint te gloeien en te branden. Radeloos van pijn werpt hij zich op een brandstapel, die door een zijner vrienden wordt ontstoken. Zijn stoffelijk omhulsel verbrandt, maar het onsterfelijke deel stijgt naar de woonplaats der goden, waar hij Hebe, de godin der eeuwige jeugd, ten huwelijk ontvangt.