Een atleet noemt men iemand die bijzonder fors gebouwd is en zich door buitengewone lichaamskracht onderscheidt.
Oorspronkelijk was bij de Grieken atleten de naam voor de deelnemers aan een of anderen wedstrijd; paardensport, gymnastische oefeningen, muziek, enz. enz. Dergelijke wedstrijden waren bij de Grieken zeer geliefd, ja vormden eigenlijk een deel van hun godsdienstige gebruiken; immers niet alleen bij nationale of plaatselijke feesten werden wedstrijden gehouden, maar ook ter eere van gesneuvelde helden en bij godsdienstige, plechtigheden. Daar deze wedstrijden langdurige oefeningen vorderden, maakten de atleten (dat zijn dus de mededingers) er hun beroep van, en zoo moesten de atleten bij de gymnastische wedstrijden wel een krachtigen lichaamsbouw be- zitten. Later noemde men dan ook atleten uitsluitend zulke personen, die in circussen enz. toeren volbrengen, waarbij buitengewone lichaamskracht vereist wordt, zooals : gewichtheffen, zware lasten tillen, enz.