Gepubliceerd op 12-05-2020

Gelderse roos, Viburnum opulus

betekenis & definitie

Viburnum: afgeleid van Latijn viere = buigen, vlechten. De naam zinspeelt op de buigzame twijgen van de plant.
Opulus:
dit is de Latijnse naam voor esdoorn. De bladeren van deze plant lijken op de bladeren van de esdoorn.
Gelderse roos: de naam Gelderse roos is ontstaan doordat enige tijd werd gedacht dat haar bloemen vroeger in het wapen van Gelre voorkwamen. Later bleken dit niet de bloemen van deze soort te zijn, maar die van de mispel. Een oudere en juistere benaming van deze struik is ‘Watervlier’.
Bijzonderheden:
de randbloemen van de bloeiwijze gaan het eerst open; deze zijn onvruchtbaar en groter dan de middelste bloemen. Deze randbloemen hebben als functie de aandacht te trekken van bestuivers; als zodanig treden voornamelijk zweefvliegen, maar ook wel kevers en vlinders op. Die vinden vervolgens nectar en stuifmeel op de vruchtbare bloemen;
• de rode bessen zijn rauw niet eetbaar, maar gekookt wel. In Amerika heten ze Europese veenbessen omdat de bessen daar ter vervanging van veenbessen worden gebruikt;
• de bessen zijn galbitter en worden door de meeste vogels versmaad en blijven vaak de winter door hangen. Na bevroren te zijn geweest, worden ze wel door lijsters gegeten. Pestvogels – typische winterse invasievogels, die onregelmatig in ons land verschijnen – gelden als liefhebbers van deze vruchten.