ook: zouaaf [via Fr. zouave van Arab. zouaoua = naam van een Kabylenstam]
1 Kabylse soldaat die de lijfwacht van de Berbervorsten vormde;
2 pauselijke zoeaven, Fr. en Belg. en later Ned. (ca. 3000) vrijwilligers die de kerkstaat onder paus Pius IX van 1867 tot 1870 verdedigden bij de eenwording van Italië.