(Eng., van to equalize = in balans brengen]
1 toonregelaar die het frequentiespectrum onderverdeelt in 10 of meer banden en deze elk apart kan versterken;
2 (comp.) apparaat dat bij het seinen van computergegevens lijnstoringen opvangt en niveauverschillen van signalen wegwerkt om fouten tijdens de gegevensoverdracht te voorkomen.