Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Astma

betekenis & definitie

[Gr. = het hijgen] benauwdheid, kortademigheid; ook genoemd:[i]

a asthma bronchiale,[/i] oudtijds aamborstigheid, een ziekte van de ademhalingsorganen, met aanvallen van benauwdheid, ademnood en hoesten. Inademing, maar vooral uitademing is dan bemoeilijkt door samentrekking van de fijne luchtpijpvertakkingen (bronchioli), terwijl bovendien hun slijmvlies gezwollen is en er taai slijm wordt gevormd, hetgeen ze nog verder vernauwt;

b asthma cardiale, aanvallen van kortademigheid als gevolg van onvoldoende hartwerking, waardoor bloedstuwing in de longen ontstaat.