[Gr. antiphoona = onz. mv van antiphoonos = wat als antwoord klinkt]
1 beurtzang;
2 (rk) refrein vóór en na een psalm; ook. bep. lofzang ter ere van Maria;
3 [Gr. anti = tegen, en phoonè = geluid] apparaat om het oor af te sluiten voor hinderlijke geluiden.