Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Amplitude, amplitudo

betekenis & definitie

[Fr.]

1 (mechanica) grootste uitwijking van een trillend punt uit de evenwichtstoestand (bijv.: slingerwijdte van slinger van een klok);

2 (elektromagnetica) grootste uitwijking van een elektromagnetische trilling (bijv. bij radiogolven, licht) uit de evenwichtstoestand;

3 (kosmografie) opgangsamplitude of morgenwijdte: boog van de horizon tussen het punt van opkomst van een hemellichaam en het oostpunt (het punt op de horizon dat precies het oosten aangeeft); ondergangsamplitude of avondwijdte: idem tussen punt van ondergang en het westpunt.

< >