Gepubliceerd op 16-11-2020

Zwarte Zeekoet

betekenis & definitie

Cepphus grylle (Linnaeus: Alca) 1758. Alkachtige (=Zeekoetachtige) zeevogel, die in het volwassen zomerkleed grotendeels zwart van kleur is, op een groot wit vleugelveld en de rode poten na.

Hij broedt langs de noordeuropese kusten en is in de Lage Landen, op zee langs de kust, zeldzaam. De N naam is daarom een boekennaam, vermoedelijk vertaald uit E/Am Black Guillemot. Fries Swarte Skoet. D volksnaam Schwarze Lumme [Reichenow 1920]. It Urianera (Itnero 'zwart').BENOEMINGSGESCHIEDENIS Houttuyn 1763 noemt Linnaeus' 5e "Pappegaay-Duiker", Alca Grylle, Groenlandsche Duif ←. B&O 1822 vermelden de naam "De Zee-Duif" voor "Colymbus Grille" (p.427). Schlegel 1858 verwijst naar B&O (p.495), maar noemt geen N naam. Albarda 1897 en Buekers 1902 vermelden de soort niet. Calkoen 1903 noemt de soort Kleine Zeeduiker. Snouckaert 1908 en Thijsse 1944 noemen de naam als in het lemma.

Het woord nigra valt al in 1760 bij Brisson. Brisson was vast niet op de hoogte van het bestaan van de zeldzame (?) 'motzfeldi' variant van de Zwarte Zeekoet (die géén wit vleugelveld heeft), en misschien zelfs ook niet van Cepphus carbo, soort uit de Japanse Zee zonder wit vleugelveld. Hij noemde 'iets' "Uria minor nigra", zodat er wat minder nadruk op het zwart lag: dit 'iets' was wel zwart, maar óók klein. Pennant 1768 heeft dan alléén het element 'zwart' overgenomen bij zijn Black Guillemot. Nu is die naam niet echt verkeerd, maar toch wat weinig discriminatief: de Alk is, van boven althans, ook diepzwart. Zeekoeten daarentegen kunnen vaalbruin (zwart) zijn [mb.980123].