Gepubliceerd op 16-11-2020

Woerd

betekenis & definitie

Algemene benaming voor een mannetjes-Eend. Het is een bijvorm, evenals Woord [Houttuyn 1763 p.64] van N Waard.

Zeeuws Waertel en Wertel (=Woerd) zijn afleidingen (verkleinvormen) van Waard.ETYMOLOGIE NEW neemt de grondvorm *wert aan, maar verder zijn er volgens deze bron geen aanknopingspunten. Ook De Tollenaere (in litt. 020613) meent dat de oorsprong van het woord onduidelijk is, maar dat niettemin Woerd secundair zou kunnen zijn aan Waard (de [oe]-klank is ws. ontstaan uit [aa] onder invloed van de voorafgaande w; vgl. de ontwikkeling van zwoerd). De Tollenaere oppert dat Waard 'mannetjes-Eend' identiek kan zijn met waard 'heer des huizes' en met oudengels weard 'wachter, beschermer'. Het zou een geschikt benoemingsmotief voor de 'mannetjes-Eend' kunnen zijn: hij waakt a.h.w. over het broedende ♀. Suolahti 1909 verbindt ook met oudengels weard en met oudnoords vördr'id.' (ditisDWart).

NEW 1992 bespreekt een aantal dialectwoorden, die ook alle 'Woerd' betekenen. De meeste van deze vertonen de letters w, n, d en r. Dit zijn dan dezelfde medeklinkers als in Woerd, plus de n (uit Eend). Het volgende schema zou een hypothese voor het ontstaan van bijna al deze woorden kunnen zijn: 1. *wer-ened 2. *wer-ent 3. *wer-anid 4. *wer-enderik.

1. > *werned, met r-metathesis: > mnl/N wender (eventueel + suffix -ik: We(e)nderik; vgl. ook Weenk, Wink en Wierk) > wendel en >mnl winder, winre [MH 1932] > Wiender.
2. > *wernt > *wert >warte > waard > mnl woert, woort [MH] > N woerd, woord {*wert > wertel}.
3. (met r-metathesis) > *waarnd > waard > woord > woerd.
4. > *wrenderik, met dissimilatie: > we(e)nderik > wedik > wiedik, tevens uit *wrenderik: > wierek > weenk > wink(e)ft.

Voor fries jerk(e) <mnl(?) andrake zie Jerk en Ganzerik (sub Gans) (zie ook ViF p.186). Bij de hier geschetste ontwikkelingsgang vallen zowel een -nals een -duit; in mijn modellen valt alleen (sub 2. en 3.) een -nuit. De etymologie van Jerk verschilt dus van die van Woerd, omdat het mannelijk element (wer-) bij Woerd voorop geplaatst is, terwijl bij andrake juist het tweede deel (-drake of waarschijnlijker -rake) de mannelijke betekenis in zich draagt.

Vlaams/brabants Erpel ← (met r-metathesis: elper) staat apart. Verbinding met oudengels eorp 'donker' en ohd erpf 'donker'; oudnoords jarpr 'id.' Zie ook sub Raep-hoen.

De samenstellingen 1. t/m 4. waarvan uitgegaan wordt, zijn niet overgeleverd (dus: *). Maar de samenstellende elementen wél: wer 'man' is overgeleverd in mnl werwolf [NEW 1992] en ened 'Eend' is overgeleverd in de plaatsnaam Enedseae (=Ens) (793, copie begin/ midden 10e eeuw; zie sub Eend). Wat enderik sub 4. betreft, wordt voor het gemak uitgegaan van de N tegenhanger (in de moderne vorm) van D Enterich 'woerd'; dus *wer-enderik is dubbelop mannelijk. vD 1961 vermeldt weenderik 'woerd, mannetjesEend', naast het mogelijk verwante weenk 'Rietgans'. [mb.00B,17]

< >