Gepubliceerd op 16-11-2020

Witoogeend

betekenis & definitie

Aythya nyroca (Güldenstadt: Anas) 1770. In de Lage Landen vrij zeldzaam voorkomende fraai kastanjebruine Duikeend, waarvan het volwassen ♂ een wit oog (de iris) heeft.

De soortnaam nyroca komt van R HMPOK Nyrók 'Duikeend' <R HMPHTB nyrjat' 'duiken'. Johann Anton Güldenstadt (1745-1781) kwam uit Riga (Letland), studeerde medicijnen in Frankfort en verkende in opdracht van Catharina de Grote bodem en avifauna van Rusland (Wolga, Kaukasus), waarbij hij ook de Terek Ruiter ←, de Grote Roodmus Carpodacus rubicilla (Güldenstadt: Loxia) 1775 en de Witkruinroodstaart Phoenicurus erythrogaster (Güldenstadt: Motacilla) 1775 (E Güldenstadt’s Redstart) voor het eerst beschreef [M&M 1988].BENOEMINGSGESCHIEDENIS B&O 1822 vermelden: "Anas Nyraca L. De bruine Duikereend." Schlegel 1852 vermeldt de naam als in het lemma, maar cursief. Mogelijk heeft hij de D naam, die bij hem in 1844 Weissaugige Ente luidde, overgenomen. Deze naam komt wat betekenis betreft overeen met Anas leucophthalmos Bechstein. De soort staat ook in NV IV.

Fries Brune Dukein. De Vries 1912: Greate Dükelein, Brune Dükelein. De Vries 1928: Brune Dükelein ef Brune Düker. De naam Greate Dükelein was misplaatst en gaf verwarring met de Grote Zee-eend (o.a. Greate brune Dükelein in De Vries 1928), wellicht de reden waarom De Vries 1928 die niet meer noemt.