Gepubliceerd op 16-11-2020

Schreeuwarend

betekenis & definitie

Aquila pomarina C L Brehm 1831. Middelgrote Arend, die, net als vele andere (Roof)vogels, een schreeuwend geluid maakt.

Hoewel de soort al op een paar honderd kilometer van hier broedend kan worden aangetroffen (bijv. in Duitsland en Polen; Pommeren (vgl. de wetenschappelijke naam!)), is hij in de Lage Landen een zeer zeldzame gast, zeldzamer nog dan zijn 'dubbelganger' de Bastaardarend ←. Schlegel 1858 (p.38) noemt de onderhavige naam (voor precies deze soort) in een beschrijvend gedeelte onder de Bastaardarend. Schlegel vermeldt slechts één wn. (een vangst) van de Bastaardarend, te weten mei 1855 op het Loo (Gld), maar later onderzoek van deze vogel heeft bewezen dat dit in feite de eerste wn. in N van de Schreeuwarend betrof! Gezien de gegevens over het voorkomen, is het te verwachten dat de N naam een vertaling is van D Schreiadler.ETYMOLOGIE schreeuwen (zwak ww.): <mnl scrêuwen; nnd schrewen. D schreien (sterk ww.) <mhd schri(e)n <ohd scrïan; buiten het germ: bretons screo 'krijsende zeevogel') (<*skriua); <idg *(s)kerei [NEW 1992]. Vgl. Aalscholver, Raaf, Reiger, Roek, Schriek, Notenkraker en Krekelzanger.