Gepubliceerd op 16-11-2020

Knijper

betekenis & definitie

Naam voor de Kneu ← in Belgisch Brabant [WBD met kaartje p.136]. De naam Knijperken wordt vermeld bij Kiliaan 1599 (met omschrijving "acanthis"; mogelijk wordt hier de Putter mee bedoeld).

De vlaamse namen Kneker, Knaiker, Knieker [WVD 1996 p.106] zijn mogelijk verbasteringen van de naam van het lemma.ETYMOLOGIE Het WNT (kritiekloos overgenomen door Meertens 1971 en Weijnen 1996) verklaart de naam als nomen agentis bij het ww. knijpen 'in dalende richting vliegen'. Deze uitleg is onbevredigend aangezien er aan de manier van vliegen van Kneuen niets speciaals valt op te merken! Qua benoemingsmotief mooi aansluitend op andere namen voor de Kneu en verwante soorten uit het geslacht Carduelis is de interpretatie: 'hij die de rijpe zaadjes uit de bloemhoofdjes van diverse soorten Composieten (met de snavel) knijpt'; vgl. daartoe Keutje, Tukker, Koddenaar, Frijter en mogelijk ook Putter. [mb.BLOK.99,13]

< >