Officiële friese naam voor de Wilde Zwaan ←, reeds door Albarda 1897 vermeld. Het eerste deel wordt door Boersma in ViF 1976 een klanknabootsing genoemd: "De nammen Gülswan en Kloekswan binne jown fanwege it trompeteftich lüd dat de fügels utbringe." Zantema 1992 geeft fries kloekje 'geluid geven als de Wilde Zwaan', maar vermoedelijk is dit ww. secundair aan de vogelnaam (gezien zijn enge betekenis).
De vraag rijst dan, of het deel kloek een acceptabele geluidsnabootsing is. Dit is het m.i. wat de [oe]-klank betreft wél (vgl. Koernoel), maar het éénlettergrepige (dus korte) "kloek" doet geen recht aan het gerekte joelende geluid dat de soort geeft. Men kan zich afvragen, of de naam mogelijk oud genoeg is om aan kloek een betekenis te verbinden die op de Wilde Zwaan past (zoals mogelijk 'sierlijk' of 'dapper'). In het huidige westerlauwersk heeft kloek de betekenissen 'zuinig, spaarzaam; wijs, verstandig; ijverig, werkzaam'; deze betekenissen passen niet op de Wilde Zwaan.