Calidris minuta (Leisler: Tringa) 1812. Dit is een kleine Strandlopersoort, die op trek de Lage Landen in soms vrij groot aantal bezoekt.
Door zijn kleine formaat en door het afwezig zijn van opvallende kenmerken, is de soort lang voor de wetenschap en het volk onbekend gebleven. De N naam is dan ook, ondanks zijn eenvoud, geen volksnaam. Schlegel 1852 vermeldt de naam cursief: "De kleine strandlooper. Van tijd tot tijd op baggergronden langs het Haarlemmer meer geschoten." De N naam is in feite een vertaling van de wetenschappelijke.In deel III van de NV (1797) wordt de soort vermeld als "Stint of Zee-leeurik". Eerstgenoemde naam is ws. overgenomen uit het E, waar E Little Stint voorkomt bij Bewick 1797. Ook de tweede naam zou op E afkomst kunnen wijzen [Sea Lark bij Merrett 1667; Lockwood 1993].
De D naam luidde destijds [Schlegel 1844], en nu nog steeds: Zwergstrandläufer. Deze is ws. een vertaling van de wetenschappelijke naam "Tringa pusilla" zoals Meyer & Wolf 1809 die hanteerden.