Westvlaamse benaming voor de Vlaamse Gaaite Koolkerke (WVl) [De Bo 1873/1892; WVD 1996 p.124], en ook benaming voor Kleine Alk en Papegaaiduiker te Oostende (WVl) [WVD], dus dan ws. onder de zeevarenden aldaar. Een klaai is een 'onnozel, dwaas mens' [vD 1970 p.2700].
De Vlaamse Gaai grossiert in scheldnamen onder het volk; Klaai is er één van. Volwassen Papegaaiduikers hebben een grote gekleurde, enigszins belachelijke snavel, ws. reden voor de naam; en aangezien Kleine Alken, afgezien van de snavel, iets op een kleine Papegaaiduiker lijken, delen zij van de weeromstuit in de volksnaam.ETYMOLOGIE vlaams klaai <persoonsnaam Klaai <Niklaai <FNicolas (?); vgl. sub Noddy.
