Gepubliceerd op 16-11-2020

Hoddebec

betekenis & definitie

Mnl naam voor verschillende vogels, zoals Kropgans, Pelikaan, Waterhoen en Roerdomp [MH]. WNT VI p.778 vermeldt ook Hoddebek, maar geeft niet aan voor welke soort [Wilms 971001,5].

De naam heeft de lading 'blaaskaak' en wordt ook voor personen gebruikt (botmuil, lomperd, blaaskaak). De Roerdomp hééft een krachtige 'stem'. De Pelikaan (=Kropgans) heeft een grote keelzak, welke aanleiding tot de naam kan hebben gegeven (wel moet men bedenken dat Pelikanen in het wild in de Lage Landen niet voorkomen). Als naam voor het Waterhoen Gallinula chloropus is de naam niet goed te verklaren.ETYMOLOGIE Wilms (in litt.) verbindt het eerste deelhodde(-bec ='snavel, bek') metouderN hoddachtig in een citaat van Joachim Oudaen (1628-1692): Met een windbuijige tong, en een hoddachtige stem (="stentore voce"). Het bindend betekeniselement is vermoedelijk 'veel bergruimte biedend', 'groot', wat van toepassing is op de grote keelzak van de Pelikaan (vgl. ook sub Albatros), en ook op mnl hodde (oudnederfr hotta >F hotte >E hod), 'een draagkorf voor op de rug' [Weekley 1967]. De oorspr. betekenis van dit gebruiksvoorwerp op zijn beurt was (ws.): 'dienstig om iets op te bergen', eventueel te verbergen, te verstoppen. Zo sluit het woord aan op mnl huden 'verbergen, wegstoppen, begraven', N huid 'omhulsel van het lichaam', N huis (waarin men beschutting vindt), D Hode (~Lat cunnus; 'hetverborgene' a.h.w.), DHose, frieshoas 'kous' (vgl. sub Roa'heezet) en N schuilen, alle behorend bij idg *(s)keu 'bedekken'. {Een verbinding van mnl Hoddebec naar sleeswijks Hoddebar 'Ooievaar' is ws. niet gerechtvaardigd: het sleeswijkse woord is een toevallige variant van nederduits Oadebar / Odebarr 'Ooievaar' ←.}