Volksnaam in Groningen resp. Friesland voor de Bruine Kiekendief, in 'vertaling' Hanenbijter [Albarda 1897 p.53].
Kennelijk achtte men deze vogel in staat een Haan (=mannelijk Huishoen) te slaan en dood te bijten. Vgl. Hoanskrobber. In Groningen, Baflo, Scheemda en Beerta zijn straatnamen naar deze vogel genoemd (Hoanebietersgaang) [VPG 1983].