Melanitta fusca (Linnaeus: Anas) 1758. Op de Zwarte Zee-eend gelijkende vogel, die 's winters bij ons op zee verblijft, en welke iets groter is dan deze.
De N naam komt ws. vanuit het studeervertrek.Hoewel Linnaeus 1758 deze soort vrij eenduidig omschrijft ("Anas nigricans macula pone Oculos lineaque Alarum albis"; de soort staat bovendien tussen nog andere zoals de Zwarte Zee-eend en de Koningseider die een knobbel op de snavel hebben!), geeft hij er toch de minder geslaagde naam "fusca" (donkerbruin) aan. Houttuyn 1763 'vertaalt' dan ook prompt "Bruine [Eend]" (p.26) Deze naam is niet echt gelukkig, want het volwassen ♂ is even zwart als de Zwarte Zee-eend, afgezien van de kleine witte onderdelen op de vleugel en onder het oog. Houttuyn maakt melding van de F naam la grande Macreuse, en Schlegel 1844 van F Double macreuse. De laatste naam is stellig overdreven ('dubbele zwarte-zee-eend'). Niettemin neemt Schlegel later het motief 'groot' in de naam over.
NV deel IV geeft nog de naam Bruine Zee-eend, behoudt dus het element 'bruin', maar voert het element 'zee' in. Terecht, want bij ons verkeert deze soort vrijwel uitsluitend op zee. Dezelfde naam geeft B&O 1822.
Schlegel 1852 vervangt dan het element 'bruin' door het element 'groot' in "De groote zeeëend". Ook in 1858 hanteert hij deze naam. Albarda 1897 grijpt echter weer terug op 'bruin': Bruine Zee-eend (p.107), evenals Snouckaert 1908 (Bruine Zeeëend). In Thijsse 1944 is het weer Groote Zeeëend. NAE 1958: Grote Zee-eend. Voous 1980 Grote Zeeëend. In 1996 werd de spelling Grote Zee-eend verplicht (met koppelteken).
Fries Grutte See-ein (<fries Greate Séein 1976 <Greate Sé-duker 1912), naast een aantal alternatieve namen waarin 'brune' voorkomt, zoals Brune Seeduker (<Brune Sédüker 1928, letterlijk 'bruine zeeduiker') [De Vries]. Deze benaming is wel terecht, omdat de Grote Zeeeend een Duikeend is, maar werkt verwarring in de hand met de Zeeduikers ← welke namelijk niet met de Eenden verwant zijn.