Junco hyemalis (Linnaeus: Fringilla) 1758. Een van boven (donker)grijze en van onderen witte Vink- of Gorsachtige vogel die als transatlantische dwaalgast uit Noord-Amerika Europa zo'n 20x heeft gehaald.
Ook in N werd 1x, in februari 1962, een (dode) Grijze Junco gevonden. Vanwege het kleurcontrast tussen boven- en onderzijde, werd ook eens de N naam Bonte Junco gehanteerd, o.a. in NAE 1958 en Kist 1962. Voor Junco zie aldaar.Omdat Linnaeus 1758 de soort via het werk van Catesby (uit Noord-Amerika) 'kent', komt de soort ook in Houttuyn 1763 (p.562) ter sprake. Houttuyn geeft daarbij op: Winter-Mosch. Het element winter is natuurlijk gegeven door Lat hyemalis, het element Mosch (=Mus) heeft Houttuyn er zelf ingelegd, doordat hij van Brisson begrepen had dat de onderhavige soort een "Verscheidenheid" van de Sneeuwgors en/of de Sneeuwvink uit Europa was. Houttuyn noemde deze (beide!) "Sneeuw-Vogel" of "SneeuwMosch". Het 'winterse' element in de naam van de Junco hyemalis is ook terug te vinden in de zweedse naam: Snöfagel.