Gepubliceerd op 16-11-2020

Grijskopspecht

betekenis & definitie

Picus canus J F Gmelin 1788. Pas op 28 april 1974 voor het eerst in N waargenomen Spechtensoort [DB 18(4): 184].

Hij lijkt op de Groene Specht P. viridis L., maar is iets kleiner. Oudere N namen zijn daarom Kleine Groen-specht [NV IV 1809] en Kleine Groene Specht [Schlegel 1852; Albarda 1897; Voous 1960] (Schlegel meldt dat de soort in Noord-Brabant en in het Groesbeeksche Bosch zou zijn waargenomen). De naam van het lemma is, evenals E Grey-headed Woodpecker, ws. aan het D ontleend, aangezien Johann Friedrich Gmelin (1748-1804) een duits zoöloog was (die ook in het E publiceerde: The Animal Kingdom. Zoological System of Carolus Linnaeus (1792)).D Grauspecht suggereert dat de soort overwegend grijs zou zijn, maar het is uitsluitend de kop van deze soort die veel meer grijs vertoont dan die van de Groene Specht; D *Graukopfspecht ware daarom beter. Schlegel 1844 heeft als D naam: Grauer Grünspecht. Over bekendheid met de soort vóór Linnaeus 1758 zie Wilms 010520,3 en in prep.

ETYMOLOGIE N grijs <mnl gris, grijs (1236); fries gris; D greis 'grijs' (vgl. Greis 'grijsaard') <mhd/mnd gris <oudsaksisch gris; oudnederfr *grïs >F gris (1160). Van dezelfde idg wortel *gher als grauw ←.

< >