Vlaamse bastaardvloek die uitsluitend bij Mullebrouck (1984) werd aangetroffen. De vloek is een verbastering van nom de (Dieu) en een klankexpressief element dat mogelijk in verband gebracht kan worden met het werkwoord stinken. Ik vermoed dat het laatste alleen om zijn klankexpressiviteit is gekozen.
De term drukt vooral ongeloof, verbazing en vergelijkbare frustraties uit.