Werkwoorden vervoegen
wegwezen
Tegenwoordige tijd wegwezen
Ik ben weg/wegben
Jij bent weg/wegbent
ben weg
U wegbent/wegis/bent weg/is weg
Hij/Zij/Het is weg/wegis
Wij zijn weg/wegzijn
Jullie zijn weg/wegzijn
Zij zijn weg/wegzijn
Verleden tijd van wegwezen
Ik was weg/wegwas
Jij/U was weg/wegwas
Hij/Zij/Het was weg/wegwas
Wij waren weg/wegwaren
Jullie waren weg/wegwaren
Zij waren weg/wegwaren
Voltooid deelwoord van wegwezen
weggeweest
Tegenwoordig deelwoord van wegwezen
wegwezend