Werkwoorden vervoegen
vermoeden
Tegenwoordige tijd vermoeden
Ik vermoed
Jij vermoedt
vermoed jij?
U vermoedt
Hij/Zij/Het vermoedt
Wij vermoeden
Jullie vermoeden
Zij vermoeden
Verleden tijd van vermoeden
Ik vermoedde
Jij/U vermoedde
Hij/Zij/Het vermoedde
Wij vermoedden
Jullie vermoedden
Zij vermoedden
Voltooid deelwoord van vermoeden
vermoed
Tegenwoordig deelwoord van vermoeden
vermoedend