Werkwoorden vervoegen
vermerken
Tegenwoordige tijd vermerken
Ik vermerk
Jij vermerkt
vermerk jij?
U vermerkt
Hij/Zij/Het vermerkt
Wij vermerken
Jullie vermerken
Zij vermerken
Verleden tijd van vermerken
Ik vermerkte
Jij/U vermerkte
Hij/Zij/Het vermerkte
Wij vermerkten
Jullie vermerkten
Zij vermerkten
Voltooid deelwoord van vermerken
vermerkt
Tegenwoordig deelwoord van vermerken
vermerkend