Werkwoorden vervoegen
veralgemeniseren
Tegenwoordige tijd veralgemeniseren
Ik veralgemeniseer
Jij veralgemeniseert
veralgemeniseer jij?
U veralgemeniseert
Hij/Zij/Het veralgemeniseert
Wij veralgemeniseren
Jullie veralgemeniseren
Zij veralgemeniseren
Verleden tijd van veralgemeniseren
Ik veralgemeniseerde
Jij/U veralgemeniseerde
Hij/Zij/Het veralgemeniseerde
Wij veralgemeniseerden
Jullie veralgemeniseerden
Zij veralgemeniseerden
Voltooid deelwoord van veralgemeniseren
veralgemeniseerd
Tegenwoordig deelwoord van veralgemeniseren
veralgemeniserend